Inhuurscan

Wat moet er gebeuren met de huidige inhuur van interim professionals, voor zover deze opdrachten doorlopen na 1 januari 2025? via OneFellow, kunt u erop vertrouwen dat wij actief beoordelen of opdrachten ook na 1 januari 2025 kunnen blijven doorlopen. Daarvoor doorlopen we – samen met u – de volgende stappen

Om een goede risicoanalyse te kunnen maken en tot een plan van aanpak te komen, is het belangrijk in kaart te brengen wie er bij uw organisatie als zelfstandige professional actief is. Zowel rechtstreeks als via een bureau. Samen brengen we in kaart op welke afdelingen zij actief zijn, welk werk zij doen en wat er in de opdrachtomschrijving staat. Bovenal: wanneer zijn de opdrachten gestart en tot wanneer lopen ze?


Voer een uitgebreide evaluatie uit: beoordeel elke afzonderlijke opdracht en hoe deze zich in de praktijk verhoudt tot de criteria voor schijnzelfstandigheid. Daarbij kijken we – met u – naar:

  • Wat is de aanleiding van de opdracht?
  • Is het doel en de inhoud van de opdracht gedetailleerd beschreven?
  • Welk resultaat moet er behaald worden?
  • Welke specifieke kennis en vaardigheden (kwalificaties) zijn nodig bij de uitvoering van de opdracht?
  • Wat is de feitelijke duur van de opdracht?
  • Worden de uit te voeren werkzaamheden binnen de opdracht ook uitgevoerd door medewerkers in vaste dienst?
  • Werkt de professional in teamverband om het resultaat te behalen?
  • Worden middelen en materiaal ter beschikking gesteld om de opdracht uit te voeren, of maakt de professional gebruik van eigen middelen en materialen?
  • Is er een vorm van leiding en toezicht betreffende de uitvoering van de opdracht? Met andere woorden, bepaalt u ook ’hoe’ de professional de opdracht dient uit te voeren of enkel ‘wat’ de opdracht inhoudt?
  • Voer de Ondernemerscheck uit op de website van de Belastingdienst.
  • Is de opdrachtnemer niet te financieel afhankelijk van één opdracht(gever)?
  • Voldoet de opdrachtnemer aan voorwaarden zoals inschrijving bij de KVK, beschikking over een BTW nummer, en beschikt hij/zij over een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering?

Overigens leggen wij al deze zaken vast in een overeenkomst op basis van de door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst, aangevuld met een juiste opdrachtomschrijving. We toetsen gedurende de looptijd van de opdracht regelmatig of de feiten en omstandigheden nog overeenkomen met hetgeen bij aanvang is geconstateerd en beschreven.

Dat past bij de beheersmaatregelen. Er vindt jaarlijks een audit plaats door een onafhankelijke externe partij. In dat afwegingskader is het van belang alle feiten en omstandigheden te bekijken. Er zijn geen losse criteria die bepalen of iets niet of juist wel kan. Dat heet in juridisch jargon een holistische benadering. De uitkomsten en onderbouwing van deze afwegingen leggen we goed vast. Dit is belangrijk voor een eventueel gesprek daarover met de Belastingdienst.

Het is toegestaan om lopende ‘grijze’ opdrachten aan te passen, zodat ze voldoen aan de criteria voor zelfstandigheid en in het ‘groene’ gebied vallen. Dit kan door elementen toe te voegen of aan te passen zodat de opdracht zich duidelijk onderscheidt van een reguliere functie.

Belangrijk hierbij zijn twee zaken:

Waar aanpassingen noodzakelijk blijken, zijn deze niet cosmetisch van aard. Ze vragen aanpassing in de manier waarop (vaak) de inhurende manager en de zelfstandigen nu werken. Dat vraagt dus om goed overleg en voorlichting, in de wetenschap dat hier een gemeenschappelijk belang is. In de regel wil de zelfstandige ook graag als zelfstandige blijven werken.

Het vastleggen van wijzigingen op papier is belangrijk, maar niet voldoende. De aanpassingen moeten ook daadwerkelijk in de praktijk worden doorgevoerd. Het gaat hierbij om aanpassing van de feiten en omstandigheden op de werkplek en niet alleen om formele wijzigingen.